Ik stelde die vraag laatst aan mezelf en moest er echt even over nadenken. Is mijn liefde voor schrijven of de inspiratie voor dit boek te herleiden naar een situatie, een persoon of een gebeurtenis? Ik denk niet dat het zo rechtstreeks te verklaren is. Er is geen specifiek moment waarop ik dacht: ik word schrijfster. Maar er zijn wel vier personen die misschien samen wel de aanleiding zijn geweest voor mij om schrijver te worden. Of in ieder geval om dit boek te schrijven.
Ten eerste was daar mijn oma met haar schoenendozen vol foto’s. Als ik bij oma was vond ik het heerlijk om met haar door die foto’s te struinen en de verhalen te horen die er bij hoorden. Ik ontdekte dat ik die verhalen van ‘gewone’ mensen super interessant vond. Dat kwam vast ook door de smeuïge verhalen die oma over de mensen op de foto’s kon vertellen. Ze moest er zelf altijd het hardst om lachen! Ik kon er geen genoeg van krijgen en vroeg altijd door tot oma zei: ‘Meer weet ik ook niet, hoor.’
Een tweede persoon was mijn overgrootvader die in de Tweede Wereldoorlog in het verzet zat en een dag voor de bevrijding van Friesland werd doodgeschoten. Dat verhaal intrigeerde mij. De man had een klein boerderijtje en een gezin met acht kinderen. Wat deed hem besluiten te kiezen voor het verzet en de risico’s die daar bij hoorden? Zo jong als ik was, besloot ik toen al dat ik ooit zijn verhaal wilde schrijven. Omdat ook, of misschien juist, de verhalen van ‘gewone’ mensen vertelt moeten worden.
Het derde punt waar ik aan dacht was mijn geschiedenisleraar op de havo. Meneer Jonkhof. Wat een ontzettend lieve man en fijne docent. Een leraar die enthousiast zijn liefde voor geschiedenis op ons overbracht. Een docent die niet boven ons stond, maar naast ons. Die ons serieus nam en ons echt iets wilde leren. Geen idee trouwens of mijn klasgenoten er ook zo over dachten, vast niet iedereen. Hij was ook wel een beetje warrig trouwens. Ik denk dat hij in onze klas het verhaal van Den Braven Hendrik (zie foto voor een klein stukje uit het boek) wel tien keer heeft voorgelezen omdat wij, elke keer als hij vroeg of hij dat in onze klas al had voorgelezen, vol overtuiging riepen dat dit niet het geval was.
En toen wij ontdekten wanneer hij jarig was en hem op die bewuste dag toezongen, trakteerde hij een week later de hele klas op stroopwafels. Maar wel pas nadat hij de vragen voor een proefwerk had uitgedeeld. Volgens mij vond hij het zinloos dat je zo’n proefwerk alleen moest maken, met een tas op de tafel tussen jou en je buurman. We konden door die stroopwafels in ieder geval ook uitgebreid overleggen over de toetsvragen. Op mij heeft meneer Jonkhof zijn liefde voor geschiedenis succesvol overgebracht!
Tot slot wil ik nog mijn moeder noemen. Zij heeft een grote invloed gehad op mijn liefde voor lezen en daarmee ook zeker een aandeel gehad in mijn weg naar het schrijverschap.
Mijn oma, mijn overgrootvader, mijn leraar geschiedenis en mijn moeder. Allemaal hebben ze me een klein stukje geholpen op mijn pad naar het schrijverschap. Op mijn twaalfde droomde ik er al van en in het jaar dat ik veertig werd begon ik aan mijn eerste boek. Het duurde dus even voordat mijn droom werkelijkheid werd. Maar het was het wachten waard!
Ik ben benieuwd wat je vindt van dit blog. Laat het gerust weten in de reacties, stuur een dm op Instagram of mail naar welkom@emmiedevries.nl