schrijver, Emmie, historische roman,

Kort verhaal | Liefde en bloemetjeslaarzen

Eind vorig jaar besloot ik in 2022 elke maand een kort verhaal te schrijven en te publiceren op mijn website. Na een pauze in augustus en september is er nu het korte verhaal van oktober. Geïnspireerd door onderstaande foto schreef ik een feelgood verhaal. Zonder historische context deze keer, dus ik ben heel benieuwd wat je ervan vindt!

Fotocredits: Nynke Smit

Op deze eerste mooie dag in april fietst Julia, met haar hond Tess en haar fotocamera, naar het strand. Het strand roept haar in elk seizoen, maar zodra de lentezon tevoorschijn komt kan ze die roep niet meer weerstaan. Het strand geeft haar ruimte, de weidsheid maakt dat ze zich zo vrij als een vogel voelt. Niet voor niks is ze na haar vlucht uit Amsterdam neergestreken op haar geliefde Waddeneiland. Julia was er aan gewend om alleen te zijn, maar zo alleen als toen had ze zich nog nooit gevoeld. De ontdekking dat haar vriend en haar beste vriendin een relatie hadden deed haar wereld instorten. Na haar eenzame jeugd zonder broertjes of zusjes en met een altijd werkende vader en een altijd drinkende moeder dacht ze dat ze wel tegen een stootje kon, maar het verraad van deze twee mensen, die ze ondanks alles haar vertrouwen had geschonken, was meer dan ze kon verdragen. Het had haar gebroken, verscheurd en in kleine stukjes uit elkaar doen vallen. Toen ze die stukjes bij elkaar had geveegd heeft ze haar spullen in twee koffers gepropt en is vertrokken naar het eiland waar ze jaren geleden een paar fijne weken doorbracht.

Ruim een uur speelt ze met Tess. Daarna nemen ze samen een duik in zee. Het water is nog ijskoud maar Julia heeft er een gewoonte van gemaakt wekelijks een fris zeebad te nemen dus ze is er aan gewend. Tess houdt niet echt van water maar als Julia gaat zwemmen, springt ze, trouw als ze is, dapper de golven in. Als ze allebei weer droog zijn wandelen ze een stuk over het strand. Julia maakt foto’s van de zee, de duinen en mooie vondsten op het strand. Ze neemt niet meer elke mooie schelp die ze ziet mee naar huis, maar als ze iets bijzonders vindt legt ze het altijd vast met haar camera.
   Opeens begint Tess hard te blaffen en blijft staan bij een laars. Een rechterlaars, zeker maat 45, duidelijk eenzaam zonder zijn linker maatje.
Het is niet de eerste keer dat Julia kleding of een schoen vindt, maar deze laars trekt haar aandacht. Ondanks de modder en het zeewier ziet de laars er nog redelijk nieuw uit, maar het meest opvallend is het bloemetjesmotief.
Liggend op haar buik in het zand maakt Julia een foto van de laars, met de zee en de ondergaande zon op de achtergrond. Om de een of andere reden kan ze het niet over haar hart verkrijgen het eenzame exemplaar op dat grote strand te laten staan dus ze besluit, tot haar eigen verbazing, de laars mee te nemen. Terwijl ze over het strand terug wandelt naar haar fiets vraagt ze zich af hoe die laars daar terecht is gekomen. Waar komt hij vandaan. En het allerbelangrijkst: waar is de linker laars?
   Eenmaal thuis besluit Julia de foto op social media te plaatsen. Ze geeft de post de titel ‘Lonely boot on the beach’ en schrijft erbij: Als jij de linker hebt, binnenkort koffie?
Vervolgens verklaart ze zichzelf voor gek. De laars kan net zo goed van een containerschip komen dat in een storm een deel van de lading verloren heeft.

Een paar dagen later zit Julia te werken in de Meeuw, de enige strandtent van het eiland die het hele seizoen open is. Ondanks de comfortabele werkplek in haar eigen huis vindt ze het fijn om af en toe ergens anders te zitten. In het houten gebouw is het lekker warm door het vuur dat in het midden van de ruimte brandt. Het knusse interieur heeft op een stijlvolle manier de typische strandtentuitstraling. Julia kiest een plek aan het raam en staart over het strand. Wandelende mensen, springende honden en zwevende vogels houden haar een tijdje bezig, maar dan valt haar blik op haar laptop.
   Nadat ze een cappuccino heeft besteld en genietend het schuimlaagje eraf heeft gelepeld, duikt Julia in haar werk. Het is rustig in de Meeuw en dat komt goed uit want ze heeft een bak werk te doen. Haar post over de eenzame laars heeft haar de afgelopen dagen meer tijd gekost dan ze wilde. Het verhaal werd gedeeld en er kwamen veel reacties op, maar de eigenaar is helaas nog niet gevonden.

‘Goedemorgen.’
Julia kijkt verward op. Een grote man in een gebreide trui met Noors motief en een rugzak in zijn hand komt naar haar toe lopen. Ze trekt haar wenkbrauwen op als hij bij haar tafeltje blijft staan.
   ‘Mag ik bij je komen zitten?’ Hij wijst naar de stoel tegenover haar. ‘Ik wilde hier werken, maar er is geen tafeltje meer vrij.’
Verbaasd kijkt Julia om zich heen. Het is inderdaad druk geworden terwijl zij aan het werk was. Alle tafeltjes zijn bezet.
   ‘Ja prima, natuurlijk, ga zitten.’ Enigszins ongemakkelijk schuift Julia haar papieren opzij om ruimte te maken voor de spullen van de man.
   ‘Cas,’ stelt hij zichzelf kort voor terwijl hij zijn hand uitsteekt. ‘Wel fijn om te weten wie er tegenover je zit toch?’ Julia knikt weer, nog steeds een beetje overdonderd. Dan legt ze haar hand in die van hem.
   ‘Julia.’
   ‘Werk ze Julia,’ zegt Cas terwijl hij zijn laptop openklapt en vervolgens bijna helemaal schuilgaat achter het scherm. Alleen zijn wilde haardos is nog zichtbaar.
   ‘Bedankt, jij ook,’ mompelt Julia, maar Cas lijkt het niet meer te horen. Julia schudt haar hoofd en stort zich weer op de foto’s, haar buurman vergeet ze.

‘Hé, die is van mij.’
Opnieuw laat Julia zich door Cas uit haar focus trekken. Ze kijkt op maar heeft geen idee waar hij het over heeft dus richt ze zich weer op haar beeldscherm.
   ‘Dat is toch bizar,’ gaat Cas verder. ‘Hoe kan dat nou?’
Geïrriteerd kijkt Julia naar de man tegenover haar. Zit hij nou tegen zichzelf te praten of verwacht hij een reactie. In het eerste geval heeft ze liever dat hij haar er niet mee lastig valt en in het tweede geval… ook. Opnieuw probeert ze zich te concentreren op haar werk. Maar Cas is nog niet klaar.
   ‘Echt heel toevallig.’
Julia probeert hem te negeren maar ze is ook nieuwsgierig wat er zo bizar en toevallig is. Ze besluit even pauze te nemen en klapt met een zucht haar laptop dicht. Blijkbaar realiseert Cas zich nu ook dat er iemand tegenover hem zit, want zijn blik valt op haar en hij werpt haar een stralende lach toe.
   ‘Kijk dan,’ zegt hij enthousiast terwijl hij zijn laptop omdraait. Groot op het scherm ziet Julia daar haar foto van de laars.
   ‘Dat is mijn laars.’ Cas lijkt nog steeds verbaasd.
Julia’s adem stokt. Zijn laars? Ze krijgt het benauwd.
   ‘Oh,’ stamelt ze. ‘Dat is inderdaad toevallig.’
   ‘Ik ga meteen een berichtje sturen. Ik heb wel zin in die kop koffie.’ Op het gezicht van Cas verschijnt een grote grijns. Julia bekijkt de man wat beter en concludeert dat hij best aangenaam is om naar te kijken. Zijn hele gezicht straalt plezier uit en zijn houding geeft haar een rustig gevoel. Wacht, wat zei hij nou? Gaat hij een berichtje sturen? Maar dan stuurt hij dat naar haar.
   ‘Ehm, het is niet nodig een berichtje te sturen.’
Cas, die al druk aan het typen was, kijkt verbaasd op.
   ‘Waarom niet?’
Julia haalt diep adem. Als ze nu zegt dat zij de foto van zijn laars gepost heeft zit ze vast aan die kop koffie? Wil ze dat? En wil ze dat met deze man? Haar hoofd draait op volle toeren. Kom op Juul, spreekt ze zichzelf dan in gedachten toe, je hoeft niet meteen met hem te trouwen.
   ‘Omdat ik die foto gepost heb, ik heb je laars gevonden.’
Cas’ mond valt open.
   ‘Echt waar? Dan is het nog toevalliger dan ik al dacht. Echt bizar.’
Julia knikt, wat moet ze zeggen.
   ‘Die kop koffie kunnen we meteen doen,’ zegt Cas enthousiast.
Zijn enthousiasme maakt haar aan het lachen en Julia ontdooit een beetje.
   ‘Zeker, wat kan ik voor je halen?’
Cas kijkt haar geschrokken aan.
   ‘Ik bedoelde niet dat jij het moet halen.’ 
Julia glimlacht.
   ‘Ik heb het toch aangeboden? Zeg maar wat je wilt.’
   ‘In dat geval een cappuccino graag!’
Julia loopt naar de bar en als ze met twee koppen koffie terugkomt bij de tafel heeft Cas zijn laptop ook dichtgeklapt. Met een bedankje en opnieuw een grote grijns neemt hij de koffie van haar aan.
   ‘Ik dacht, misschien kunnen we zo een stuk gaan wandelen? Kun jij vertellen hoe je mijn laars hebt gevonden en vertel ik hoe ik die ben kwijtgeraakt. Of wil je als bewijs eerst nog het linker exemplaar zien?’
   ‘Nee hoor, ik geloof je wel. Bloemetjeslaarzen passen perfect bij jou.’ Julia voelt een lach opborrelen in haar keel en neemt snel een slok van haar koffie.
   ‘Maar ik moet werken dus een wandeling zit er niet in.’ Cas kijkt haar beteuterd aan.
   ‘Jammer, dan kom je er dus niet achter hoe het zit met die bloemetjes.’
   ‘Ik denk dat ik dat wel overleef.’ Julia is vreselijk nieuwsgierig waarom deze grote stoere man bloemtjeslaarzen heeft, maar ze wil niet met hem wandelen. Stel dat hij dingen van haar verwacht die zij niet wil.
   ‘Wil je wel met me wandelen als ik zeg dat het me heel gezellig lijkt en dat ik graag jouw verhaal wil horen?’
Nu slaan de vlammen haar uit. Een blos trekt over haar gezicht en ze staart uit het raam om zijn blik te ontwijken.
   ‘Nou dat lijkt me niet,’ zegt ze venijniger dan ze wil. Van een vent met mooie praatjes heeft ze haar buik vol.
Cas kijkt naar de grond en zijn wangen zijn rood.
   ‘Sorry, dat kwam er niet zo vriendelijk uit,’ mompelt ze. ‘Ik weet niet waarom, nogmaals sorry.’ Natuurlijk weet ze wel waarom, maar dat gaat ze hem niet aan zijn neus hangen. Op opmerkingen als ‘niet alle mannen zijn hetzelfde’ en ‘ik ben echt te vertrouwen’ zit ze niet te wachten.
   ‘Geen probleem, ik wilde je laten weten dat ik je leuk vind, mijn excuses als ik daarmee over een grens ging.’ Schuldbewust kijkt hij haar aan en vervolgens trakteert hij haar voor de derde keer op die heerlijke grijns. Voelt ze nou een kriebel in haar buik? Julia wil het niet maar ze kan het niet ontkennen. Dit is een echte onvervalste kriebel. Veroorzaakt door de grijns van de man tegenover haar die zojuist heeft verklaard dat hij graag met haar wil wandelen. Is ze stom als ze het negeert? De man en de kriebel? Dat is een retorische vraag, moppert ze op zichzelf. Natuurlijk ben je dan stom. Is het verstandig dan? Ja, vast. Maar had ze zichzelf niet voorgenomen hier op dit heerlijke eiland niet meer naar haar hoofd maar vooral naar haar hart te luisteren? Dat besluit heeft haar al zoveel gebracht: een goedlopend bedrijf, de leukste klanten en fijne vrienden. Moet ze dan nu haar hoofd weer voorrang geven? Nee, dat wil ze niet. Ze vindt hem aardig, deze Cas, en zijn grijns vindt ze heerlijk. Dus ze gaat met hem wandelen.
   ‘Nee, nee dat is het niet. Oké, ik ga met je wandelen. Laten we meteen maar gaan, ik heb geen zin meer om te werken.’ Julia begint alvast haar spullen in haar tas te stoppen in de hoop dat ze haar zenuwen onder controle krijgt voor Cas merkt hoe nerveus ze is.

Het voordeel van wandelen is dat je elkaar niet steeds hoeft aan te kijken. Het lukt Julia eigenlijk meteen om te ontspannen. Cas kan goed vertellen en ze moet lachen om zijn verhaal over de verloren laars. Blijkbaar had hij zich in een impulsieve bui opgegeven voor een wadlooptocht. Daarna waren er in de winkel alleen nog bloemetjeslaarzen en kwam hij er pas tijdens het lopen achter dat hij de mail niet goed gelezen en toch beter de aangeraden hoge gympen had kunnen aantrekken. Al in het eerste slikveld bleef zijn rechter laars steken en moest hij die achterlaten. Zijn linker laars heeft hij uitgetrokken en meegenomen. Hij kon er tijdens het vertellen zelf smakelijk om lachen.
   ‘Dit soort dingen gebeuren mij wel vaker,’ gaf hij toe. ‘Impulsiviteit is leuk, maar niet altijd handig.’
Door de ontspannen sfeer merkt Julia dat ze het zelf ook makkelijker vindt om te praten. Ze vertelt uitgebreid over haar leven op het eiland en laat zelfs iets los over haar redenen om naar hier te verhuizen. Cas reageert nuchter en vraagt niet door.
Voor ze het weten hebben ze kilometers gewandeld en als Julia op haar horloge kijkt is het later dan ze dacht.
Ondanks haar poging het Cas niet te laten merken dat ze keek heeft hij het toch gezien.
   ‘Moet je nog ergens naar toe?’
   ‘Nee hoor,’ antwoordt ze. ‘Ik ben gewoon verbaasd dat het al zo laat is. We moeten zeker nog anderhalf uur terug wandelen dus voor zessen zijn we niet terug bij de Meeuw.’
   ‘Zullen we daar dan nog een hapje eten, dan breng ik je daarna thuis.’ Cas kijkt haar verwachtingsvol aan.
Julia knikt. Ze heeft geen zin om alweer afscheid van deze man te nemen.
Cas blijft staan en draait zich naar haar toe. Hij staat zo dichtbij dat Julia de stoppels op zijn kin kan tellen. Hij steekt zijn hand uit alsof hij haar gezicht wil strelen en Julia sluit haar ogen om dit moment echt te beleven. Dan duwt Cas heel voorzichtig een lok haar achter haar oor. Een warm gevoel trekt door haar heen. Dit voelt zo kwetsbaar, zo zacht en zo liefdevol. Ze opent haar ogen weer en ziet een zachte blik in zijn ogen. Ze laat zich tegen zijn schouder vallen, Cas slaat een arm om haar heen en dicht tegen elkaar aan lopen ze terug over het strand.