Op 9 februari 1854 werd een bekende strijdster voor vrouwen(kies)recht geboren. Aletta Jacobs, wie kent haar niet. Toch?Wat bijna iedereen weet is dat Aletta Jacobs de eerste vrouwelijke student aan een universiteit in Nederland was. Dat klopt niet helemaal trouwens, want ruim 240 jaar eerder werd Anna Maria van Schurman al toegelaten tot een universiteit.
Aletta was wel de eerste vrouw die een universitaire opleiding succesvol afrondde en de eerste vrouwelijke arts in Nederland. Maar het had niet veel gescheeld of Aletta was helemaal niet zo bekend geworden. Hoe zit dat dan precies?
Daarvoor moet ik kort iets over Aletta’s leven voor 1871 vertellen. Aletta groeit op als achtste van elf kinderen van heel- en vroedmeester (een soort huisarts) Abraham Jacobs en zijn vrouw Anna de Jongh. Zij geven al hun kinderen de kans om te studeren, wat bijzonder is voor die tijd.
Aletta oudste broer wordt net als hun vader arts en Aletta weet al van jongs af aan dat ze ook dokter wil worden. Haar vader en haar broer steunen haar in dat idee en proberen haar zoveel mogelijk nuttige kennis bij te brengen.
Na pogingen op een school voor jongedames en lessen Frans en Duits naast huishoudelijke taken slaagt Aletta op 16-jarige leeftijd voor het examen leerling-apotheker.
En dan wil ze naar de universiteit. Maar daarvoor moet ze admissie-examen doen. Van directeur Rensen van de Hoogere Burgerschool (HBS) krijgt ze toestemming om, tussen de jongens, lessen te volgen die haar moeten voorbereiden op het admissie-examen. Maar Aletta ontdekt dat een jongen die ook het diploma leerling-apotheker heeft, vrijstelling heeft gekregen voor het admissie-examen. Dus stuurt zij een lange brief aan de liberaal Thorbecke. Hij schrijft terug (aan haar vader) en wat heen en weer schrijven krijgt Aletta vrijstelling. Ze mag een jaar op proef studeren.
Op 20 april 1871 zet Aletta Jacobs haar eerste stappen in de Groningse Universiteit.
Een jaar later wordt duidelijk dat Thorbecke, die inmiddels minister is, niet lang meer te leven heeft. Het is onduidelijk hoe zijn opvolger denkt over deze kwestie. Daarom doet Aletta snel een paar tentamens en stuurt de uitslagen naar Thorbecke vergezeld van het verzoek om definitieve toestemming tot studeren. In haar autobiografie ‘Herinneringen’ schrijft ze:
‘𝘛𝘸𝘦𝘦 𝘥𝘢𝘨𝘦𝘯 𝘯𝘢 𝘛𝘩𝘰𝘳𝘣𝘦𝘤𝘬𝘦’𝘴 𝘥𝘰𝘰𝘥, 5 𝘑𝘶𝘯𝘪 1872, 𝘰𝘯𝘵𝘷𝘪𝘯𝘨 𝘪𝘬 𝘥𝘦 𝘪𝘯 𝘳𝘰𝘶𝘸𝘳𝘢𝘯𝘥 𝘷𝘦𝘳𝘷𝘢𝘵𝘵𝘦 𝘵𝘰𝘦𝘴𝘵𝘦𝘮𝘮𝘪𝘯𝘨. 𝘡𝘪𝘫 𝘸𝘢𝘴 𝘨𝘦𝘥𝘢𝘵𝘦𝘦𝘳𝘥 30 𝘔𝘦𝘪 1872, 𝘦𝘯 𝘪𝘯 𝘦𝘦𝘯 𝘣𝘦𝘨𝘦𝘭𝘦𝘪𝘥𝘦𝘯𝘥 𝘴𝘤𝘩𝘳𝘪𝘫𝘷𝘦𝘯 𝘸𝘦𝘳𝘥 𝘮𝘪𝘫 𝘮𝘦𝘥𝘦𝘨𝘦𝘥𝘦𝘦𝘭𝘥, 𝘥𝘢𝘵 𝘩𝘦𝘵 𝘷𝘦𝘳𝘭𝘦𝘯𝘦𝘯 𝘷𝘢𝘯 𝘥𝘪𝘵 𝘷𝘦𝘳𝘭𝘰𝘧 𝘣𝘦𝘩𝘰𝘰𝘳𝘥 𝘩𝘢𝘥 𝘵𝘰𝘵 ’𝘴 𝘔𝘪𝘯𝘪𝘴𝘵𝘦𝘳𝘴 𝘭𝘢𝘢𝘵𝘴𝘵𝘦 𝘢𝘮𝘣𝘵𝘴𝘣𝘦𝘻𝘪𝘨𝘩𝘦𝘥𝘦𝘯.’
Aletta had de tijd mee, er woei een liberale wind door Nederland aan het eind van de 19e eeuw. Ze had geluk dat haar ouders van mening waren dat hun kinderen de kans moesten krijgen om te gaan studeren. En ze had mazzel dat Thorbecke niet een week eerder overleed.
𝙒𝙖𝙩 𝙖𝙡𝙨? is een vraag die schrijvers zichzelf vaak stellen. Antwoord op de vraag 𝘞𝘢𝘵 𝘢𝘭𝘴 𝘛𝘩𝘰𝘳𝘣𝘦𝘤𝘬𝘦 𝘦𝘦𝘯 𝘸𝘦𝘦𝘬 𝘦𝘦𝘳𝘥𝘦𝘳 𝘸𝘢𝘴 𝘰𝘷𝘦𝘳𝘭𝘦𝘥𝘦𝘯? heb ik niet. Maar misschien had de wereld er voor vrouwen dan nu wel heel anders uitgezien.
Bronnen:
Wikipedia
Atria.nl
Herinneringen, autobiografie Aletta Jacobs
