Zoals je in een eerder blog al hebt kunnen lezen is geschiedenis een van mijn liefdes. Ook mijn eigen geschiedenis interesseerde mij al vroeg. Het verhaal van mijn overgrootvader die in het Friese verzet zat en de verhalen die mijn oma vertelde bij de oude foto’s van familieleden intrigeerden mij enorm.
Mijn opa’s en oma’s heb ik allemaal gekend en ook twee overgrootmoeders en een overgrootvader waren nog in leven toen ik werd geboren. Maar verder kwam ik eigenlijk niet.
Tot ik ruim tien jaar geleden het programma Verborgen Verleden van de NTR ontdekte, waarin bekende Nederlanders op zoek gaan naar interessante voorouders. Daar zag ik hoe je redelijk eenvoudig online onderzoek kon doen naar je eigen stamboom. Ik was meteen ‘verslaafd’. Ik heb van mijn acht overgrootouders de stamboom uitgezocht. Heerlijk op de bank met mijn laptop op schoot, want er is online ontzettend veel te vinden.
Helaas stam ik, voor zover ik weet, niet af van een of andere koning of heldhaftige vrouw uit de geschiedenis, maar er zitten best leuke verhalen in mijn stamboom.De komende tijd zal ik hier af en toe zo’n verhaal met jullie delen. Vandaag het eerste stamboomverhaal. Dit verhaal gaat over de betovergrootvader van moederskant van mijn opa van vaderskant. Snap je het nog? Om het te illustreren heb ik een eenvoudige stamboom gemaakt.
In dit verhaal kom je er achter waar mijn schrijfgenen vandaan komen ;): Van mijn bet-, bet-, betovergrootvader Egbert Johannes Conradi.
Egbert is geboren in 1804 in Rijsberkampen (Weststellingwerf Friesland). Hij had de roeping om onderwijzer te worden denk ik, want al toen hij 16 was hield hij winterschool te Nijeholtpade.
Als hij negentien is (1823) behaalt hij als ondermeester in Gorredijk de 3e rang (onderwijsbevoegdheid). Daarna wordt hij ondermeester te Bergum. Daar ontmoet hij waarschijnlijk Janke Pieters Jager, de dochter van de hoofdmeester aldaar. Met haar trouwt hij op 20 december 1828. Hij is dan inmiddels meester in Zwaagwesteinde en zet daar zijn studie voort. In 1829 ontvangt hij de titel onderwijzer 2e rang.
Twaalf jaar later komt zijn boekje ‘De liefde is het voornaamste, leesboekje voor jonge kinderen’ (eerst nog anoniem) uit. Het wordt een veelgelezen boekje, want in 1873 verschijnt nog een 23ste druk. Het boekje bevat verhaaltjes over onder andere Moeder, Vader, Broertje en Zusje, De Kindermeid, de Buurvrouw en nog een groot aantal andere personen als de Timmerman, de Schoenmaker en de Schipper. Zelfs de Koning komt voorbij. Het verhaaltje over Moeder wil ik jullie niet onthouden.
Mijne moeder heeft mij lief. Wat heeft zij al voor mij gedaan, toen ik nog klein was. Als ik niet kon slapen, dan sliep mijne moeder ook niet. Nacht en dag had zij soms werk van mij. Moeder zorgt nog alle dagen voor mij. Als ik des morgens opsta, dan staat mijne lekkere boterham al klaar. Moeder maakt ook dat ik net en zindelijk in de school kan komen.
Nu wil ik moeder helpen zoo veel ik kan. Ik wil mijn broertje in slaap wiegen, en als ik des Zondags met moeder naar de kerk ga, dan wil ik haar kerkboek dragen. En nooit, nooit wil ik haar door ongehoorzaamheid bedroeven.Zou ik door ongehoorzaamheid,
Bewerken dat mijn moeder schreit?
O neen, ik wil in al mijn leven
Haar nimmer stof tot droefheid geven.
In 1865 bracht Egbert ook nog het boekje “God zorgt voor u, leesboekje voor jonge kinderen’ uit.
Egbert Conradi is 44 jaar onderwijzer geweest in Zwaagwesteinde. Lange tijd stond hij er alleen voor, later kreeg hij hulp van zoon Pieter (geb. 1836). In 1872 ging Egbert met pensioen.
Meester Egbert Johannes Conradi overleed op 10 maart 1883, hij werd 79 jaar.
Hoewel de boodschap in mijn verhalen en mijn schrijfstijl nogal afwijken van die van Egbert, vind ik het toch een leuk idee dat een voorvader van mij 180 jaar gelden ook al een boek uitbracht. En eerlijk, ik kan voorlopig natuurlijk alleen maar dromen van een 23ste druk 😉
